Programma's

Welzijn en Zorg

Wmo

Dit onderdeel gaat over het gebruik van de Wet maatschappelijke ondersteuning; het aantal cliënten en zorgsoorten, ontwikkeling daarin, kenmerken van de cliëntgroep(en) en oordeel over de hulp.

Wmo; cliëntaantallen, ontwikkeling en soorten hulp

In 2022 hadden 12.650 cliënten een (of meer) indicatie(s) voor zorg uit de Wmo, zo'n 8,5% van de meerderjarige bevolking. Het gaat hierbij om zorg via zogenaamde maatwerkvoorzieningen, waarbij inwoners zorg krijgen van zorgaanbieders, wat vanuit de Wmo wordt bekostigd. Deze paragraaf gaat verder in op Wmo Hulpmiddelen, Wmo Huishoudelijke hulp en Wmo Ondersteuning. Wmo Beschermd wonen wordt besproken in een eigen paragraaf.

Onderstaande figuur laat zien hoe de cliëntgroep zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Het meest in het oog springt de afname van cliënten met Wmo ondersteuning vanaf de start van 2022. Dat komt door de start van de buurtteams volwassenen per 1 januari 2022. Deze teams bieden rechtstreeks begeleiding aan inwoners en nemen daarmee (een deel van) de cliënten met maatwerkvoorzieningen uit de groep Wmo ondersteuning over. In 2022 ging het om bijna 600 cliënten minder dan in 2021. Wmo huishoudelijke hulp (+100 clienten) en met name Wmo hulpmiddelen (+300 cliënten) lieten groei zien. Het totaal aantal inwoners met Wmo maatwerkvoorzieningen (excl. Wmo) is daarmee in 2022 wat kleiner dan in 2021 (-150 cliënten).


Figuur: Unieke cliënten Wmo (excl. beschermd wonen) totaal en naar zorgsoort: 2020 - 2022
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

De cliëntgroep met hulpmiddelen is het grootst (6.570 cliënten in 2022). Deze groep bestaat in meerderheid uit cliënten met een vervoersvoorziening (5.680 cliënten in 2022), gevolgd door woonvoorzieningen (1.840 cliënten in 2022) en rolstoelen (1.520 cliënten in 2022). In omvang wordt de cliëntgroep hulpmiddelen gevolgd door cliënten huishoudelijke hulp (6.030 cliënten in 2022) en begeleiding en dagbesteding (3.180 cliënten in 2022). De kleinste groep vormen de cliënten met verblijf (670 cliënten in 2022). Het verblijf in deze groep is (anders dan bij beschermd wonen) gericht op de korte termijn. Veel cliënten krijgen meerdere soorten ondersteuning. Er zit daarom de nodige overlap tussen de vier cliëntgroepen. Lees hierover meer onder 'stapeling van sociale regelingen' (zie menu links).

Naast de inwoners die hulp uit de Wmo krijgen in de vorm van een maatwerkvoorziening, zijn er inwoners die rechtstreeks ondersteuning krijgen van de buurtteams volwassenen. In 2022 meldden 3100 inwoners zich aan bij het buurtteam. Een deel van hen is door het buurtteam alsnog verwezen naar een Wmo-maatwerkvoorziening. De monitoring van de cliëntgroep van de buurtteams volwassenen wordt in 2023 verder ontwikkeld.

Kenmerken cliënten Wmo (excl. beschermd wonen)

Onderstaand overzicht laat voor cliënten met een maatwerkvoorziening voor hulpmiddelen (vervoersvoorzieningen/woonvoorzieningen/rolstoelen), huishoudelijke hulp en begeleiding/Wmo verblijf zien hoe de groepen (in 2022) zijn opgebouwd qua geslacht en leeftijd. De cliëntgroepen hulpmiddelen en huishoudelijke hulp hebben veel raakvlakken; in meerderheid vrouw, met twee derde tot drie kwart ouder dan 65 jaar. De cliëntgroep begeleiding/Wmo verblijf ziet er anders uit; ongeveer even veel mannen als vrouwen en in meerderheid jonger dan 64 (89%). De kenmerken van de cliëntgroepen is over de jaren stabiel.


Figuur: Geslacht en leeftijd naar soort Wmo-hulp
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Spreiding cliënten over de stad

Onderstaande figuur toont de spreiding van cliënten Wmo maatwerk over de 10 wijkteamgebieden in de stad. Absoluut gezien wonen de meeste cliënten in Nijmegen-Oost (ruim 2300) en Dukenburg (ruim 2200). Dukenburg is ook in percentueel opzicht - als aandeel van de bevolking van 18 jaar en ouder - een stadsdeel waar veel Wmo-cliënten wonen (12%), terwijl dat voor Nijmegen-Oost niet het geval is (8%). Het percentage Wmo-cliënten is het hoogst in Hatert (14%). In het Centrum en Nijmegen-Noord zijn de cliëntaantallen zowel absoluut (resp. 630 en 720) als relatief het laagst (beide 5%).


Figuur: Cliënten Wmo per gebiedsteam; absoluut en als aandeel van bevolking 18+
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Onderstaande kaart toont de spreiding van Wmo-cliënten meer gedetailleerd, op wijkniveau. Het aandeel cliënten in de bevolking (boven de 18) is het hoogst in Meijhorst (16%) en Hatert (14%). Ressen, Oosterhout en Kwakkenberg hebben relatief het minste cliënten (allen 3%).


Figuur: Aandeel cliënten Wmo per wijk
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Wmo beschermd wonen

In 2022 woonden 730 cliënten in een beschermde woonvorm. In 2021 ging het om 790 cliënten, in 2020 om 1000. De grootste afname - tussen 2020 en 2021 - kwam doordat een substantieel deel van de cliënten is overgegaan naar de Wet Langdurige Zorg. Verreweg de grootste aanbieder is de RIBW (ruim een derde van de cliënten). Stichting IrisZorg, Onder de Bomen en Stichting Jados nemen ieder zo'n 10% van de cliënten voor hun rekening. De overige cliënten krijgen zorg van een groot aantal kleinere aanbieders. Indicatiestelling voor beschermd wonen gebeurt bij de GGD.

Kenmerkend aan de cliëntgroep is dat deze in meerderheid bestaat uit mannen (64%) en personen onder de 65 jaar (94%) (zie onderstaande figuur op basis van de cliëntgroep in 2022). Een substantieel deel is jonger dan 27 (49%), en dit aandeel is de afgelopen jaren groeiende (41% in 2021, 33% in 2020), terwijl het aandeel 65-plussers daalt. Dit komt vermoedelijk door de overgang van een deel van de cliënten naar de Wet Langdurige Zorg. Nijmegen heeft voor beschermd wonen een regiofunctie, wat betekent dat Nijmegen het beschermd wonen ook verzorgt voor cliënten uit de regio (Rijk van Nijmegen en Gennep, Tiel, Culemborg, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Buren, West Betuwe). In 2022 woonden 600cliënten in Nijmegen (60%), de rest woonde buiten de stad.

Figuur: Geslacht en leeftijd van cliënten beschermd wonen
Bron: Registratie gemeente Nijmegen

Oordeel over Wmo-hulp

In gemeentelijk cliëntervaringsonderzoek schommelt het rapportcijfer dat cliënten Wmo-maatwerk geven voor de kwaliteit van de hulp rond de 7,5. Het oordeel over het regelen van hulp ligt doorgaans wat lager. In 2021 oordelen alle cliëntgroepen hierover negatiever dan in 2020. Het aspect waar cliënten het vaakst negatief over zijn, is de snelheid waarmee men is geholpen. Jaarlijks valt het oordeel van cliënten met beschermd wonen lager uit dan in de andere cliëntgroepen, zowel als het gaat om het regelen van hulp als de kwaliteit ervan.

Figuur: Rapportcijfer regelen Wmo-hulp naar type hulp
Bron: Gemeentelijk cliëntervaringsonderzoek

Figuur: Rapportcijfer kwaliteit Wmo-hulp naar type hulp
Bron: Gemeentelijk cliëntervaringsonderzoek

Deze pagina is gebouwd op 05/25/2023 15:49:22 met de export van 05/25/2023 15:40:13